Categories
Laatste nieuws

91.992 €, een bedrag dat onaanvaardbaar is voor de politieman op de straat

Wij vernemen uit de pers het totale bedrag dat werd gespendeerd aan de reis van de Commissaris Generaal naar Qatar.
91.992 €, is uiteraard een onaanvaardbaar bedrag voor de “straatflik”!
Het “echte blauw op straat” wordt voortdurend bijkomende besparingsmaatregelen opgelegd, dewelke vaak ten koste gaat van de dienstverlening aan de bevolking. Anderen dienen bedragen terug te betalen, terwijl het de overheid zelf is die fouten maakte…
Het is niet te begrijpen dat een dergelijk bedrag, in tijden van crisis, wordt toegekend en uitgegeven voor een representatie.
Wij stellen vast dat dit opnieuw rampzalige gevolgen zal hebben voor het imago van de politieman die dagdagelijks zijn werk op het terrein doet .
Men moet ook verder kijken en zich vragen durven te stellen :
– Het ontbreekt de politie zeker niet aan controle;
– De Politiek heeft ingestemd met deze reis;
– Een gunstige wind vertelt ons dat er een goedkeuring was van de Inspectie van Financiën.
Wat nog veel erger is, is het onderzoek van het comité P:
Dit hebben we nog nooit meegemaakt : “er komt een klacht binnen, deze wordt overgemaakt aan betrokkene dewelke een eerlijke kans krijgt om er op te reageren en/of zich te verdedigen”, en binnen de week is het onderzoek afgerond waarbij er geen onregelmatigheden werden vastgesteld. Deze manier van werken kunnen wij eigenlijk alleen maar toejuichen, voor zover dat deze voor alle politieambtenaren geldt. Gelijkheidsbeginsels… remember ? Was het maar altijd zo !
Maanden geleden hebben we aan de Minister gevraagd om eens klaar en duidelijk te zijn over wat de rechten en plichten zijn van een politieambtenaar ten opzichte van het comité P. Op het onderhandelingscomité werd gesteld dat de vraag zou worden overgemaakt aan het comité P zelf. Tot op heden geen antwoord ! Blijkbaar neemt dit meer tijd in beslag…
Vraag maar eens aan de ”straatflik”hoe ze behandeld worden door sommige leden van het comité P. (meestal wordt er zelfs trager gewerkt met een schorsing en loonverlies als gevolg). Bovendien hebben ze er alle belang bij om de potjes toe te houden. Als men die heren hun verloning en benoemingen wat nader gaat bekijken, doet de “win for life” van een dienst die onder toezicht van het parlement valt ook vragen rijzen.
Het is ons reeds geruime tijd duidelijk dat de deontologische code blijkbaar alleen van toepassing is voor de kleine man, en stopt vanaf een bepaalde graad ! Welke geloofwaardigheid kan er nog worden gehecht aan deze rokerige theorie en aan de predikanten ervan ?
Wij zijn overtuigd dat het tot de verantwoordelijkheid van de politieke overheid behoort om deze excessen en representatiekosten drastisch te beperken tot een strikt minimum, gecombineerd met een strikte controle op de opportuniteit ervan.

Het is tijd dat men terug aandacht besteedt aan het essentiële : De politieman die zich dagdagelijks inzet ten dienste van de bevolking !

Vincent GILLES                         Vincent HOUSSIN
Nationaal Voorzitter                   Nationaal Ondervoorzitter

Categories
Laatste nieuws

Graaicultuur : VSOA Politie neemt initiatief !

VSOA Politie roept haar leden op om wantoestanden te melden.

Diverse korpschefs hebben in de media de zogenaamde ‘graaicultuur’ bij de politie aangekaart. Hierdoor werd voornamelijk, maar ten onrechte, de politieman op straat geviseerd en bijgevolg in een zeer slecht daglicht geplaatst. Op de daarop volgende polemiek hebben wij dan ook zeer negatief gereageerd.

Zo stellen we vast dat we de laatste weken worden overstelpt met verhalen van bepaalde leidinggevenden dewelke perfect onder de definitie van “graaier” zouden kunnen vallen en waar inderdaad de efficiëntie van de organisatie in vraag kan gesteld worden.

Er dient een serieuze mentaliteitswijziging te komen waarbij de mensen op het terrein echt worden gecoacht en waar leidinggevenden op het terrein werkelijk de leiding nemen. In Nederland is er op dat gebied een totaal andere mentaliteit.

Aanpak

Betrouwbaarheid en integriteit zijn ook voor een (goed functionerende) overheid onmisbaar. Mistoestanden, zoals de zogenaamde graaicultuur bij de politiediensten, schaden de geloofwaardigheid en het imago van het politieapparaat. Ook hier is een proactief voorkomingbeleid op zijn plaats. Daarom moeten personeelsleden de mogelijkheid krijgen om bij de overheid gebeurlijke mistoestanden te melden zonder dat zij daardoor nadelen ondervinden. In se is dit trouwens een deontologische verplichting, maar een die niet steeds zonder negatieve gevolgen blijft voor de melder.

Onder mistoestanden verstaan wij:

• een schending van wettelijke of reglementaire voorschriften of beleidsregels ;
• het in het gevaar brengen van het welzijn van het personeel ;
• een onbehoorlijke wijze van handelen of juist niet handelen, waardoor het goed functioneren van de Politiedienst in het gedrang komt.

Werking en organisatie deontologische commissie

Niettegenstaande de syndicale organisaties integraal deel uitmaken van de Deontologische Commissie dienen wij te moeten vaststellen dat deze commissie sinds haar oprichting weinig concrete zichtbare bijdragen heeft geleverd ten voordele van de deontologie bij de Geïntegreede Politie.

In principe zou de deontologische commissie een reflectieorgaan moeten zijn dat zich buigt over alle deontologische aspecten, gaande van individuele punctuele vragen tot meer algemene fenomenen.

Daarnaast werd binnen de Federale Politie een “expertise en adviespunt” integriteit opgericht. Dit punt zou het aanspreekpunt moeten worden voor de personeelsleden van de geïntegreerde politie die vragen hebben omtrent de toepassing en interpretatie van de deontologische code.

Het nut van dit “expertise- en adviespunt” is voor ons een raadsel. Tevens ontbreekt iedere wettelijke basis. Bovendien is er naar taakverdeling een duidelijke overlapping tussen dit punt en de deontologische commissie, hetgeen een verlammend effect teweegbrengt bij de commissie.

Onder meer in het raam van de administratieve vereenvoudiging, maar ook voor de efficiëntie, pleiten wij dan ook om dit ‘aanspreekpunt’ af te schaffen. De middelen die hierbij vrijkomen kunnen worden aangewend om de deontologische commissie te voorzien van een echt secretariaat.

Wij pleiten dan ook om de bevoegdheden van deze commissie uit te breiden naar een “klokkenluiders” systeem. Via een dergelijk systeem kunnen fenomenen zoals de zogenaamde ‘graaicultuur’, of gebeurlijke misstoestanden, aangekaart worden bij de deontologische commissie.

Wij pleiten voor een regeling naar Nederlands model waarbij de deontologische commissie een belangrijke rol dient te vervullen, naar analogie met de Nederlandse ‘commissie integriteit overheid’, die tot taak heeft iedere melding te onderzoeken en het bevoegd gezag naar aanleiding van dat onderzoek te informeren en desgevallend te adviseren.

In afwachting dat er een dergelijk orgaan wordt geïnstalleerd of dat de bevoegdheden van de deontologische commissie daar worden op afgestemd, zal het VSOA Politie een dergelijk initiatief nemen.

Wij kunnen niet langer meer aan de zijlijn blijven toezien hoe sommigen het imago van goed draaiende eenheden bekladden. Daarom zal het VSOA politie een tijdelijk meldpunt “graaicultuur” organiseren.

Wij roepen onze leden dan ook op, wanneer zij weet hebben van dergelijke wantoestanden deze, indien bewezen, aan ons te melden. Wij zullen het nodige doen om de bevoegde diensten op anonieme wijze in te lichten.

Categories
Laatste nieuws

Verlenging vrijwillige vierdagenweek verschenen in het Staatsblad

Zaventem, 9 februari 2011

Vandaag verscheen in het staatsblad het koninklijk besluit dat de verlenging regelt van de vrijwillige vierdagenweek en de halftijds vervroegde uittreding tot 31 december 2011.

******

4 FEBRUARI 2011. – Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 27, § 3, van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector

ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, inzonderheid op artikel 27, § 2 en § 3;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 oktober 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 5 november 2010;
Gelet op het protocol nr. 171/1 van 23 december 2010 van het Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de verlenging van de stelsels van de vrijwillige en van de halftijdse vervroegde uittreding reeds moet ingaan op 1 januari 2011 en dat er momenteel veel aanvragen voor beide stelsels niet kunnen worden behandeld;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 27, § 2, van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, vervangen bij de wet van 3 december 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 december 2000, 3 oktober 2003, 1 februari 2005, 22 februari 2006, 14 februari 2008 en 19 december 2008 worden de woorden « 31 december 2010 » en de woorden « 1 januari 2011 » respectievelijk vervangen door de woorden « 31 december 2011 » en de woorden « 1 januari 2012 ».

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.

Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 februari 2011.

ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Ambtenarenzaken,
Mevr. I. VERVOTTE

Categories
Copernicus

Copernicus – Resultaat eerste zitting

Zaventem, 31 januari 2011

Copernicus – Resultaat eerste zitting
De voorafgaande zitting voor onze procedure Copernicus heeft zojuist plaatsgevonden.

Het belang van deze eerste zitting is niet louter administratief, het gaat immers om meer dan alleen maar een agenda vast te leggen.

Men moest Immers eveneens op de twee hiernavolgende vragen antwoorden.

De eerste vraag was of het om één collectieve dagvaarding ging of om 11.500 individuele dagvaardingen. En in functie van het antwoord op deze eerste vraag, ging het er vervolgens om het bedrag van de rechtsplegingvergoeding te bepalen (die door uw organisatie in uw plaats betaald zou worden als wij op het einde in het ongelijk zouden worden gesteld).

Het besluit is dat het een collectieve dagvaarding betreft en dat het bedrag van de rechtsplegingvergoeding is vastgesteld op het wettelijke minimum.

Een ding is zeker, u zal geduld moeten hebben want deze procedure dreigt zeer lang te zullen duren.

Tenslotte is het mogelijk – indien op een dag uit de huidige politieke discussies een regering gevormd wordt – dat deze toekomstige regering aan zijn advocaat de opdracht geeft om de discussie verder te zetten tijdens onderhandelingen. In dergelijke geval is het ook duidelijk dat we terug bij jullie komen om onze houding te bepalen.

De volgende zitting wordt op 24 maart vastgesteld. Wij houden u op de hoogte.