FMOS, vormingconcept GPI48 eigen aan DGJ : negatief advies en een hevige syndicale reactie!
Tijdens het HOC 113 dd. woensdag 21 november heeft DGJ een concept (met name ‘FMOS’) aan de syndicale organisaties voorgesteld, die de implementatie van een nieuw vormingsconcept voor de monitoren ‘geweldbeheersing’ van de GPI48 voor betrokken algemene directie van de federale politie voorstelt.
Dit concept werd nog nooit eerder, op geen enkel niveau, in het kader van een officieel overleg aangekaart.
Daardoor:
- gezien de brede interpretaties van het wettelijke kader met betrekking tot dit concept;
- gezien de vernieuwende elementen (gevolg van een extern organisme aan de geïntegreerde politie, bvb);
- gezien een duidelijke uitgesproken wil om, zodoende, DGJ af te zonderen van de rest van de geïntegreerde politie;
- gezien de gevaren op het vlak van de burgerlijk aansprakelijkheid waarin de toekomstige monitoren GPI 48 van DGJ geplaatst zullen worden door de implementatie van betrokken concept;
- en, uiteindelijk, gezien dat het hier over een materie gaat, die onderhandeld zou moeten worden en niet overlegd…
…hebben de vakorganisaties, onder de leiding van een ‘alert’ VSOA Politie, het voorstel verworpen. Betrokken voorstel werd naar een toekomstige onderhandeling uitgesteld EN de vakorganisaties hebben kunnen bekomen dat de HOC-Voorzitter (vertegenwoordiger van de Minister van Binnenlandse Zaken) onmiddellijk enig verdere implementatievoortzetting stopzette (wetend dat de DGJ-administratie zich veroorloofde om, daaromtrent, het initiatief te nemen).
Op 28 november, vernemen wij ’s morgens dat de implementatie toch voortgezet werd ondanks het engagement van de overheid. Wij hebben dus als de bliksem gereageerd en er werd bevolen om het nieuw initiatief te stoppen.
Het moet duidelijk zijn voor de collega’s die in het proces geëngageerd zijn, dat hier niet op hun inspanningen gemikt wordt, maar wel – opnieuw – op het manier waarop DGJ-administratie handelt. Verwijten in verband met het blokkeren moeten dan gericht zijn tot de verantwoordelijken binnen boven vermelde administratie.
Wat ons betreft zijn wij bereid om – in het kader van een reële en wettelijke onderhandeling – over het concept te praten. Gezien dat er door een samenwerking meer kan bereikt worden, kan men ervan uitgaan dat het concept gaat evolueren. Het moet duidelijk zijn dat het niet onze bedoeling is de wilskracht van de dertigtal (reeds ingeschreven) mensen te breken, integendeel. Maar onze rol is ook om hen te beschermen tegen hun onwetendheid.
Vincent’s