Zaventem, 14 november 2014
Beide Ministers hebben effectief de vraag gesteld aan de Kern om een mandaat te krijgen om te mogen onderhandelen over de overgangsmaatregelen en over het statuut « en regime ».
Het mandaat dat de beide Ministers kregen was dat men een prioriteit legt bij de overgangsmaatregelen. Tevens kreeg men het mandaat om te spreken over de modaliteiten van het « zwaar beroep », waar er een band moet zijn met het statuut en regime.
Op de dagorde zet men voor deze vergadering volgende onderwerpen :
– « Artikel 90 »
– Het “verlof voorafgaand aan de pensionering” (AVAP)
– Het budgettaire gedeelte
– De notie « zwaar beroep »
Artikel 90
Enerzijds is de overheid akkoord dat diegene die pensioengerechtigd waren op het ogenblik van het arrest, dit recht behouden. Anderzijds bevestigt ze dat een lezing van het regeerakkoord toelaat, ook diegenen in aanmerking te nemen die het pensioen hadden kunnen aanvragen. Concreet betekent dit dat diegenen die 1 jaar voor het arrest hun aanvraag tot pensionering rechtsgeldig hadden kunnen doen, eveneens het recht zouden hebben om op pensioen te gaan op hun eerdere preferentiële leeftijdsgrens. De overheid geeft te kennen hiermee akkoord te kunnen gaan. Zij zullen de tekst daaromtrent volgende vergadering voorleggen.
Overgangsregeling/AVAP
Het tweede onderwerp dat werd aangesneden waren de overgangsmaatregelen en de modaliteiten van het “AVAP”. De overheid beseft dat het criterium « leeftijd » (53 jaar) opnieuw kan zorgen voor discussie. Daarbij stelt ze een ander dispositief voor. De overgangsmaatregelen moeten voor de regering er toe leiden uit te kunnen stappen op 58 jaar. Eén van de denkpistes is om ook rekening te houden met de opgebouwde loopbaanduur.
Het VSOA-Politie is de mening toegedaan, wanneer men spreekt over een overgangsrecht, dat men maximaal moet teruggaan in de tijd, zodat men uiteindelijk de opgebouwde rechten m.b.t. preferentiële leeftijdsgrenzen kan respecteren.
De overheid stelt dat men teksten zal uitwerken die onder andere rekening houden met de loopbaan. Deze zullen eveneens voorgelegd worden op de volgende vergadering.
De overheid besloot hierop om de vergadering reeds te stoppen en de werkzaamheden volgende donderdag 20/11 verder te zetten.
Wij hebben onze verbazing, alsook onze diepe teleurstelling, geuit over deze manier van werken en hebben onze ontevredenheid duidelijk te kennen gegeven aan de overheid.
Vorige vergadering hebben wij duidelijk gesteld dat de werkgroep diende gemandateerd te worden om eveneens gelijklopend over het systeem « en regime » te spreken, daar we het hier niet alleen over een « zwaar beroep » hebben, maar tevens over een « bijzonder en gevaarlijk beroep ».
Dit bijzonder beroep, vergt een bijzondere regeling m.b.t. de vervroegde pensioenen. We hebben gerefereerd naar andere beroepsgroepen – die terecht – een bijzondere regeling hebben verkregen die door niemand in vraag wordt gesteld. Wij vragen dus een herstel van de preferentiële leeftijdsgrens als overgangsrecht, alsook een duidelijk en bijzonder pensioenstatuut « en regime ».
De overheid heeft ons laten weten deze boodschap goed begrepen te hebben en vraagt naar concrete voorstellen voor de volgende vergadering. De boodschap is ook duidelijk aangekomen dat de volgende vergadering er zeker dient gesproken te worden over het systeem « en regime ».
Vincent Gilles Vincent Houssin
Nationaal voorzitter Nationaal ondervoorzitter