Zaventem, 28 februari 2015
Vincent GILLES Vincent HOUSSIN
Nationaal Voorzitter Nationaal ondervoorzitter
Zaventem, 28 februari 2015
Vincent GILLES Vincent HOUSSIN
Nationaal Voorzitter Nationaal ondervoorzitter
Zaventem, 26 februari 2015
Dossier « Politiepensioenen » : VSOA Politie verlaat de onderhandelingstafel!
Vincent GILLES Vincent HOUSSIN
Nationaal Voorzitter Nationaal ondervoorzitter
Zaventem, 22 februari 2015
Regelmatig, en logisch gezien de precaire context, krijgen wij de vraag hoever men staat in het pensioendossier. Zoals iedereen weet zijn er sedert de laatste officiële onderhandelingen d.d. 20/11/2014 enkele bilaterale vergaderingen geweest. Daar worden geen officiële teksten voorgelegd, maar wordt er naar de standpunten gepolst bij de verschillende partijen.
Ons standpunt is tot op heden zeer duidelijk geweest. Het is dan ook onze gewoonte om zeer consequent te zijn en ons standpunt te blijven verdedigen :
– Een herstel van de verworven rechten;
– Een ad hoc oplossing voor de eventuele ongelijkheid voor het officierenkader ;
– Een specifieke pensioenregeling die niet alleen rekening houdt met het zwaar beroep; maar tevens met het zeer specifiek en gevaarlijk beroep.
De verantwoordelijke politici blijven echter op een bijna ziekelijke manier vasthouden aan de tekst in het regeerakkoord. Eerdere beloftes worden daarbij met de voeten getreden. Zo beloofde de Minister na het eerste overleg in de media : “Als het van de regering afhangt, zullen politieagenten een aanvraag kunnen indienen om op 58 jaar met vervroegd pensioen te kunnen gaan”. De eerste teksten die daarna werden voorgelegd, weken fel af van deze belofte. Een woord is een woord … of werd de Minister teruggefloten ?
Wat is tot op heden wel zeker ?
De overgangsmaatregel m.b.t. art 90 wordt gegarandeerd. Deze slaat op diegenen die reeds op pensioen waren voor 10 juli 2014 en zij die mochten op pensioen gaan voor 10 juli 2014. De door ons gevraagde ruimere interpretatie – zij die hadden kunnen “aanvragen”, m.a.w. 1 jaar voor pensionering – wordt door de overheid bevestigd.
Gezien we tot op heden niet beschikken over nieuwe officiële teksten, is er voor de rest geen enkele zekerheid.
Wel kunnen we reeds volgende standpunten kenbaar maken gezien we vrezen dat de overheid deze zal willen doorvoeren.
– Wij zullen zeker niet akkoord gaan met het feit dat het verlof voorafgaand aan de pensionering geen recht zou worden, en bijgevolg de personeelsleden verplicht zouden worden om een andere job te aanvaarden. Wij hebben aangedrongen bij de overheid om deze jobs aan te bieden aan vrijwilligers die zelf vragende partij zijn om langer te werken.
– Wij zullen ook geen enkele personeelscategorie opofferen ! Zo dient de overheid zelf beslissingen te nemen – in de meest ruime zin – welke personeelscategorieën gebruik kunnen maken van de overgangsbepalingen.
– Daarbij zullen wij ook niet akkoord gaan wanneer zou blijken dat de overheid een puur cijfermatig voorstel zou uitgewerkt hebben welke men reeds maanden hanteert en waarbij men de grootste groep van het personeel volledig in de kou laat staan.
– Wij zullen nooit akkoord gaan met een overgangsrecht welke slechts geldt voor 5 jaar. Beloftes uit het verleden dienen gerespecteerd te worden.
– Wij zullen zeker NOOIT akkoord gaan als men opnieuw in de zakken zou durven zitten van de kleine man, door het bedrag van het “vervroegd” pensioen te verminderen, waardoor men minder zou ontvangen dan wanneer men werkelijk in pensioen zou zijn.
– Wij zullen nooit akkoord gaan wanneer er geen “en regime” pensioenstelsel wordt uitgewerkt voor alle politieambtenaren.
– Wij zullen nooit een akkoord geven – OOK NIET PARTIEEL – wanneer de overheid zou voorstellen om het dossier in twee of meerdere stappen te realiseren (door bijvoorbeeld het en regime systeem te verwijzen naar de pensioencommissie m.b.t. het dossier “zwaar beroep”). Wij zijn zeer realistisch en hebben zeer slechte ervaringen met politici die hun woord geven.
VSOA Politie informeert zijn leden waarheidsgetrouw zonder er doekjes om te winden. De boodschap naar de overheid is zeer duidelijk. De eisen zijn gekend. Wij zijn een vakorganisatie welke niet wenst mee te werken aan een “verdeel en heers” strategie en zullen dan ook nooit enige personeelscategorie laten vallen.
Momenteel is het water dus nog veel te diep !
Vincent GILLES Vincent HOUSSIN
Nationaal Voorzitter Nationaal ondervoorzitter
Zaventem, 15 februari 2015
Het VSOA Politie verneemt via een Belga persbericht dat het ACOD het gemeenschappelijk front heeft verlaten en dat daardoor het gemeenschappelijk front gesloopt zou zijn.
Eerst en vooral moet u weten dat wij een tiental dagen geleden (dus voor de beslissing van ACOD) een vergadering hebben gehad met het gemeenschappelijk front. Tijdens deze vergadering werd in volledige transparantie de inhoud van deze eerder povere bilaterale (één vakorganisatie en overheid – zie verder) vergaderingen naar voor gebracht. Tevens hebben we laten weten dat deze praktijk ons ook niet aanstaat, maar iedereen zat op dezelfde lijn om verder samen te strijden voor één gezamenlijke eis. De houding van ACOD is daarom niet echt elegant maar ook niet echt intelligent. Laten we hopen dat de Franstalige vleugel van ACOD niet in deze val zal trappen.
Want stellen dat het gemeenschappelijk front gesloopt is omwille van de beslissing van het ACOD is een onjuiste conclusie. Wat is een gemeenschappelijk front ? Het is een verzameling van organisaties welke hetzelfde eisen en zich tijdelijk verenigen om gezamenlijke acties te organiseren. In dit concreet dossier “verlaat” het ACOD het gemeenschappelijk front… Maar blijft nog steeds de gezamenlijke eis verdedigen (waar wij zelfs niet aan twijfelen). Dus is er wel degelijk een gemeenschappelijk front.
Wat nog belangrijker is : bij het nemen van deze beslissing (zonder de andere partners daarvan in kennis te stellen) trappen ze in de val van het “verdeel en heers” principe. Wat was de bedoeling van deze povere bilaterale vergaderingen die exclusief voor twee organisaties werden georganiseerd ? In ieder geval dient deze doelstelling de belangen van de overheid.
Tot slot, met betrekking tot deze povere vergaderingen : de overheid start op basis van het regeerakkoord (pagina 35) welke wij totaal afwijzen. Daarom lijkt het alsof men mee stapt in de processie van Echternach waarbij de overheid telkens op een bijna ziekelijke manier terugkeert naar hun oorspronkelijke teksten uit het regeerakkoord. Het enige wat we onthouden is dat de overheid nu al zijn moed aan het samenrapen is om uiteindelijk naar de onderhandelingstafel te komen met nieuwe teksten.
Dus nog even geduld, want eindelijk gaan we weten hoe de politie geacht wordt door de politiek.
Conclusie : VSOA Politie herhaalt zijn wens om te kunnen werken in gemeenschappelijk front met slechts één eis dewelke wij reeds gedurende acht maand met hand en tand hebben verdedigd :
Herstel van de verworven rechten, een ad-hoc oplossing voor de officieren, en een en-regime pensioenstelsel voor de toekomstige politieambtenaren van maximum 58 jaar.
Vincent GILLES Vincent HOUSSIN
Nationaal Voorzitter Nationaal ondervoorzitter