De nieuwe versie (v3) van het uurzakboekje is beschikbaar. U kan deze downloaden onderaan de homepagina van onze website of via deze link.
Categorie: Laatste nieuws
Zopas vernemen we dat de Raad van State op heden een arrest heeft geveld inzake de procedure welke het VSOA-Politie en het NSPV tegen het KB NAVAP aanspanden.
Het KB NAVAP regelt de non-acviteit voorafgaand aan het pensioen bij de geïntegreerde politie.
Dit KB werd midden vorige zomer gepubliceerd en hield het trapsgewijze einde van deze regeling in, niettegenstaande dat ze op geen enkele manier onderhandeld werd door de overheid.
De Raad van State bevestigt hierbij het gegeven dat onderhandelingen meer inhouden dan een loutere mededeling van de overheid aan de betrokken vakorganisaties.
Omwille van deze vernietiging door de Raad van State van het bewuste nieuwe KB NAVAP, treedt het vorige KB NAVAP opnieuw in werking.
Het VSOA-Politie wenst bij deze expliciet zijn raadsman te bedanken voor de geleverde inspanningen in dit dossier.
We reiken alvast de hand naar de regeringsonderhandelaars om mee te werken aan een billijke pensioenregeling voor alle zware beroepen.
Gelet op de onduidelijkheid omtrent de wettelijkheid van de zogenaamde richtlijnen in de GPI 104 i.v.m. het gebruik van de Bodycam, hebben we het onderwerp opnieuw
geagendeerd op het onderhandelingscomité.
Tijdens het vorige onderhandelingscomité hebben wij reeds aangegeven dat wij twijfels hadden over deze “dwingende richtlijnen”. De overheid bevestigde echter dat
de procedures niet correct waren gevolgd, maar dat een eventuele aanpassing van de GPI pas later zou plaatsvinden (lees: onder een nieuwe minister).
Om duidelijkheid te krijgen over de wettelijkheid van een aantal passages, los van het feit dat de overheid deze omzendbrief niet heeft onderhandeld, heeft onze raadsman
eveneens advies gevraagd aan het Controleorgaan op de Politionele Informatie (COC).
Wat blijkt? Het COC had zelf al het initiatief genomen om beide ministers te waarschuwen voor de problematische context waarin de GPI 104 zich bevindt. Het isdan ook opmerkelijk dat de overheid deze informatie heeft verzwegen voor hun
“partners” van het onderhandelingscomité.
De conclusie van het COC is zeer duidelijk: punt 7 van de omzendbrief is niet alleen problematisch, het is simpelweg onwettig (in de bijlage vindt u een uitgebreid
document met een analyse van deze GPI).
Geconfronteerd met deze bevindingen, reageerde de overheid eerder krampachtig door te verwijzen naar hun eerdere stelling dat de omzendbrief mogelijk later zou worden aangepast.
Uit de justitiële hoek bleek echter dat de omzendbrief voortkwam uit een politieke gevoeligheid, waarbij bepaalde partijen wilden dat burgers aan politieambtenaren konden eisen dat er gefilmd zou worden. Aangezien er geen politiek draagvlak was
om dit in een wet te verankeren, hebben ze het in de GPI opgenomen. En zo werd dit probleem op de schouders van de politie gelegd.
Het was van belang dat de juridische dienst bevestigde dat deze omzendbrief NIET afdwingbaar is!
Vanuit justitie kregen we, na vele semantische argumenten over woordkeuze en interpretatie, inderdaad de bevestiging dat deze omzendbrief louter ‘straffe taal’ is en niet kan worden afgedwongen.
De conclusie van dit alles is dan ook duidelijk en bevestigd door de overheid tijdens het onderhandelingscomité: deze beruchte omzendbrief GPI 104 is niet alleen onwettig, maar op geen enkele wijze afdwingbaar